• Rotterdam
Rotterdam 1500-1700

Hugo de Groot (1583–1645)
Er bestaat een lijst van slimste mensen tussen 1450 en 1850. Erasmus en Spinoza staan hoog, maar Hugo de Groot is de slimste Nederlander. Hij was een duizendpoot: dichter, geschiedschrijver, latinist, jurist, theoloog, politicus, bestuurder, diplomaat. Zijn meesterwerk is een boek over het recht van oorlog en vrede (De iure belli ac pacis). Van 1613 tot 1618 was hij stadsadvocaat van Rotterdam. Zijn leven lang had De Groot te maken met ruzie en oorlog, in de politiek en in de Kerk. Altijd is hij blijven vechten voor vrede. Net als Erasmus haatte hij tweedracht. In 1619 werd hij door zijn vijanden gevangengezet in kasteel Loevestein. Hij ontsnapte in een boekenkist.
In de tijd van Hugo de Groot kon je niet bellen, laat staan e-mailen. Een papieren brief was het beste middel om contact te houden. Van De Groot zijn meer dan 7.000 brieven bewaard. Ze laten zien dat hij in veel dingen erg goed was, maar ook zelfingenomen, koppig en overtuigd van zijn eigen gelijk. Door zijn brieven weten we ook veel over de politiek, het kerkelijk leven en de wetenschap in zijn tijd.
Pierre Bayle (1647–1706)
Pierre Bayle stond in zijn tijd bekend als “de filosoof van Rotterdam”. Hij was een buitenstaander: Fransman in Nederland, vrijdenker onder fundamentalisten. Bayle verdedigde atheïsten (mensen zonder godsdienst) en moslims toen zij als een bedreiging voor de samenleving werden beschouwd. Hij pleitte voor vrijheid van godsdienst, omdat in geloofszaken niemand iets zeker kan weten. Volgens Bayle moeten overtuigingen worden beoordeeld op hun gevaar voor de maatschappelijke orde, niet op waarheid. De samenleving kan prima bestaan uit groepen met tegenstrijdige ideeën. Uniek is zijn standpunt dat een atheïst even goed en fatsoenlijk kan zijn als een christen. Hij vindt dat ieder mens moet proberen zich te verplaatsen in overtuigingen die hem vreemd zijn. Bekijk jezelf door andermans ogen! Dat is leerzaam en leuk, zegt hij. Vanaf 1681 gaf Bayle les aan de Illustre School in Rotterdam. Beroemd werd hij door zijn Dictionnaire Historique et Critique (1697), een encyclopedie met onderwerpen die hem bezighielden, haast een zelfportret. In Frankrijk werd dit boek meteen verboden, omdat het tegen het fatsoen, de politiek en het geloof zou zijn gericht. Natuurlijk leidde dit verbod tot meer succes.
Standbeeld van Erasmus
"Wat is dwazer … dan … in brons op de markt te staan?"