• Erasmus • Reizen
Reiservaringen
Erasmus
is nooit lang op één plek. Steeds is hij onderweg om ergens kennis op
te doen, vrienden te bezoeken, naar een drukkerij te gaan of advies te
geven. Hij hunkert wel naar een vaste woonplaats, maar hij is ook
rusteloos. Soms is zijn reis een vlucht: voor de pest, voor aanvallen op
zijn persoon, voor oorlogsdreiging. In ieder geval hebben zijn reizen
altijd een doel. Voor iemand uit de 15e eeuw heeft Erasmus een
indrukwekkend aantal plaatsen bezocht. Reizen was in zijn tijd niet
bepaald eenvoudig. Wij zijn nu gewend aan auto’s, treinen en
vliegtuigen. Destijds overbrugde men afstanden te paard, per boot of
gewoon te voet. In onze tijd zijn de risico’s ontspoorde treinen,
botsende auto’s en neerstortende vliegtuigen. Toch stelt dit maar weinig
voor vergeleken met de angsten die reizigers vroeger in onherbergzame
streken moesten doorstaan. Gevaren als overvallen, verdwalen, honger en
noodweer lagen altijd op de loer. Dankzij de Romeinen lagen in heel
Europa veel verharde wegen, maar die wegen waren wel sterk in verval
geraakt na het instorten van het Romeinse rijk. Het afleggen van 20
kilometer per dag kon hard werken zijn. En herbergen waren er maar
weinig.
Opmerkelijke ervaringen
De meeste reizigers in de Middeleeuwen waren pelgrims. Pelgrimstochten waren in de 15e eeuw populairder dan ooit. Het reisboek als genre was ook in opkomst. De klassieke bestseller van John Mandeville, Travels (uit 1357) werd in rap tempo vertaald in 9 vreemde talen. Mandeville reisde van West-Europa naar Zuidoost-Azië. Hij beschreef een aantal opmerkelijke ervaringen. Zijn reisverslag maakt melding van bijvoorbeeld geiten met twee hoofden, mensen zonder ogen met monden ter hoogte van hun schouders en met honde-oren. Dit soort beschrijvingen waren in die tijd niet vreemd. Ze hebben zeker de nieuwsgierigheid van de middeleeuwse reiziger geprikkeld.
Toenemende mobiliteit
Erasmus leefde in een tijd waarin mensen steeds meer gingen reizen. Dit had vooral te maken met het feit dat steden steeds groter en belangrijker werden. Steeds meer mensen veranderden van boeren op het platteland in burgers van een stad. Er kwamen steeds meer kooplui, ambtenaren, priesters en geleerden. Die moesten nodig contacten onderhouden met het platteland en met andere steden. Zo moesten steeds meer mensen reizen. En laten we de ontdekkingsreizen niet vergeten. De grote zeevaarders in de 15e eeuw hebben met hun ontdekkingen het beeld van de wereld flink veranderd. In 1496 ontdekte Columbus de ‘Nieuwe Wereld’. In 1497 voer de Portugees Vasco da Gama rond Kaap de Goede Hoop. In 1520 leverde Magelhaes het bewijs van de Zuidwest-doorvaart in Latijns-Amerika.
Erasmus breekt met grenzen
In deze tijd van gevaar en grenzen die steeds verder verlegd worden, trekt Erasmus door Europa. Zijn vriend Thomas More schrijft over hem:
"Erasmus tart de stormachtige zeeën, de woeste luchten en de gesels die horen bij het reizen over land. Hij gaat door dichte wouden en wild bosland, over ruige heuveltoppen en steile bergen, langs wegen vol struikrovers, verwaaid door de wind, bespat met modder, moe van het reizen."
Ook in zijn geest breekt Erasmus met grenzen. Hij wil boven de nationaliteiten staan. Hij wenst geen burger van een bepaalde stad te zijn. In zijn tijd is Europa politiek onoverzichtelijk en absoluut geen geheel. Een totaal andere tijd dan de onze, waarin grenzen open zijn en culturen mengen. Toch voelt Erasmus zich al een wereldburger en wordt hij beschouwd als de eerste Europeaan.
Erasmus over zijn ontberingen
De reizen van Erasmus zijn talrijk, maar lange reisverslagen heeft hij nooit geschreven. Zelden vinden we in zijn geschriften iets terug over wat hij onderweg ziet. In een aantal brieven noemt hij wel een aantal problemen en angsten. Zo vertrekt hij in 1499 uit Parijs voor een reis langs oude vrienden. De tocht naar het slot van Anna van Borselen, Vrouwe van Veere, ziet hij als een grote aaneenschakeling van ellende. In een brief aan Lord William Mountjoy (kijk hier voor de brief) beschrijft hij de weersomstandigheden. De hoeveelheid ijs en kou doet Erasmus denken aan een ijstijd. De verwijzingen naar de wereld van de Griekse goden hebben een moralistisch-allegorisch karakter. Heracles (Hercules) en Odysseus (Ulysses) hebben op hun reizen gestreden tegen ‘kwade’ elementen; hun overwinning hiervan verwijst naar het spirituele vlak. Evenzo koppelt Erasmus het trotseren van fysieke elementen (storm, sneeuw, koude) aan zijn eigen geestelijke gevecht. Als hij deze elementen de baas kan, dan zal hij mentaal ook sterk genoeg zijn om andere problemen te overwinnen.
In een brief aan Jacob Badt (Parijs, februari 1500) vertelt Erasmus over een overval door een aantal rovers. Hij komt uiteindelijk met de schrik vrij, maar hij raakt wel zijn geld kwijt. Dit illustreert de gevaarlijke omstandigheden waarin reizigers zich voortdurend bevinden. Ook al is Erasmus een pacifist met een hekel aan geweld, op zijn reizen draagt hij voor noodgevallen een dolk bij zich.
Erasmus in Europa
Rotterdam
Desiderius Erasmus wordt geboren in het
huis van zijn oma in Rotterdam, tussen de Hoogstraat en de Laurenskerk.
Het is woensdag 28 oktober 1466.
Gouda
In Gouda gaat Erasmus voor het eerst naar
school. Ook woont hij tussen 1487 en 1494 in het klooster Stein (tussen
Gouda en Haastrecht). Met steeds meer tegenzin.
Deventer
Van 1478 tot 1484 gaat Erasmus naar de
beroemde Latijnse school in Deventer. Hier ontmoet hij Rudolf Agricola
en krijgt hij les van Alexander Hegius, die hem de Griekse en Latijnse
literatuur van de Oudheid leert kennen.
Parijs
Van 1495 tot 1499 studeert Erasmus in
Parijs. Hij publiceert zijn eerste tekst en hij verdient de kost als
privéleraar van rijke jongens. Later komt Erasmus nog regelmatig terug
in Parijs.
Engeland
Erasmus heeft 3 keer in Engeland
gewoond. Het langst van 1509 tot 1514 in Cambridge. Hij kent er
belangrijke mensen, zoals Thomas More en koning Hendrik VIII. In
Engeland schrijft hij in 1509 zijn Lof der Zotheid (gedrukt in 1511).
Italië
Van 1506 tot 1509 zit Erasmus in Italië.
In Turijn wordt hij doctor in de theologie. In Venetië werkt hij samen
met de drukker Aldus Manutius. Deze Aldus geeft in 1508 Erasmus’
Spreekwoorden (Adagia) uit. Erasmus reist ook naar Rome.
Bazel
In het Zwitserse Bazel is Erasmus thuis.
Hier woont hij het langst (12 jaar). Veel van zijn boeken worden hier
gedrukt. Hoogtepunt is zijn tekst met vertaling van het Nieuwe Testament
(1516). Op 12 juli 1536 sterft Erasmus in Bazel. Hij wordt begraven in
de oude kathedraal. Daar staat nu nog zijn grafsteen.
Leuven
In 1517 verhuist Erasmus naar Leuven. Hij
is nu een beroemde schrijver. Maar dan valt de Kerk uit elkaar in
katholieken en protestanten. De Leuvenaren willen dat Erasmus partij
kiest. Hij weigert en gaat in 1521 terug naar Bazel.
Freiburg
Van 1529 tot 1535 woont Erasmus in
Freiburg. Hij vertrekt uit Bazel, want daar willen de protestanten hem
dwingen om partij te kiezen. Erasmus is zwaar teleurgesteld over de
scheuring in de Kerk. Toch gaat hij in 1535 terug naar Bazel. Daar
sterft hij.